Pagina's

woensdag 5 oktober 2011

Thuis

Precies zeven maanden nadat ik Nederland verliet ben ik weer terug. Niet met een fiets maar met een rugzak vol duikspullen.

Er is een hoop veranderd.

Teveel om op te noemen (en wie leest dit tegenwoordig nog?) maar de bottom line is: ik ga volgend jaar weer terug. Voor onbepaalde tijd. De komende maanden zullen daarom in het teken staan van voorbereidingen daarop, wat vooral zal neerkomen op het afbetalen van het geleende geld bij mijn ouders (en dus als een malle werk zoeken, suggesties zijn welkom!), en het verkopen, weggooien of weggeven van het grootste deel van mijn spullen.

En het belangrijkste: bijpraten, eten en drinken met geliefden, vrienden en familie. Bring it on!

vrijdag 24 juni 2011

Als ik 's nachts terug loop van mijn werk loop ik onder de melkweg.

Als ik 's ochtends vroe opsta om te hardlopen zie ik de zonsondergang.

Als we naar de boot lopen brand het zand onder onze voeten en als we terugkomen zien we donkere wolken naderen en binnen 30 seconden breekt de lucht open en regent het zoals je nog nooit hebt gezien.

Ik ben de hele dag buiten en het is fantastisch.


Er gebeurt weinig noemenswaardig de laatste dagen. Er begint een soort routine te ontstaan en nu ik weet dat ik tot oktober blijf begint het meer en meer als thuis te voelen. Ik werk twee avonden in de week achter de bar op het strand. Voelt niet als werk, we dansen, drinken, en krijgen er voor betaald. De ochtenden probeer ik vroeg op te staan om een half uur over het strand te rennen en daarna begeef ik me naar de shop om de dag voor te bereiden. Traliela. Nu weten jullie hoe mijn dagen eruit zien. Klinkt niet bijzonder spannend, maar ik geniet met volle teugen :)

zaterdag 4 juni 2011

Slachtofferrol

De laatste paar dagen heb ik doorgebracht als slachtoffer voor een rescue course, waarin je leert omgaan met noodgevallen tijdens het duiken. Als "slachtoffer" creeer je allerlei rampscenario's: van een vermoeide duiker aan de oppervlakte tot een bewusteloze, niet-ademende duiker onder water. Intensief en vermoeiend voor de cursist, maar omdat ik mijn eigen rescue course twee weken geleden heb gedaan was het leuk om de scnenario's nu eens van de andere kant mee te maken.

De slachtofferrol is een makkelijke, tenzij je vijf keer achter elkaar een panikerende duiker moet spelen. Verder betekent het vooral veel face-down bewusteloos in of onder water liggen en wachten tot je gered wordt. Ondertussen wordt je aangevallen door een damselfish die zijn/haar territorium probeert te verdedigen

en probeert een cleaner wrasse de afgekrabte huid van de muggenbulten op je benen op te eten. Leuk!

Dan komt het leuke deel: hoe krijg je een bewusteloze duiker op een boot? Door haar aan haar armen en oksels omhoog te hijsen. Het resultaat twee bont-en-blauwe oksels en knieen. En ohja, de beste manier om te voorkomen dat een duiker in paniek te snel naar de oppervlakte zwemt? Door aan haar zwembroek te hangen.....oeps.

zondag 22 mei 2011

Eilandleven

Zo, terug van weggeweest.

Na een 24-uur durende treinreis van Bangkok naar Sungai Golok, de Maleisische grens, ben ik voor de laatste keer op de fiets gestapt naar Kota Bharu. Je fles water vergeten in de trein, op de fiets stappen zonder ontbijt, falen om geld uit de pinautomaat te halen (accepteerde kaart niet) en dus geen eten en drinken kunnen kopen, in de tropische hitte (>35 graden) is, was te verwachten, geen goed idee. Gelukkig zijn de tankstations hier voorzien van een gebedsruimte met airconditioning die perfect zijn om in flauw te vallen een tukje in te doen.

Anyway, de fiets staat nu veilig in Kota Bharu, ik zit veilig op een tropisch eiland en maak dus verder niet zoveel mee. Een dag ziet er ongeveer zo uit: Afhankelijk van de avond ervoor sta ik om 7 uur op, poets mijn tanden, loop dertig meter van mijn kamer naar het strand, bekijk de zonsopkomst, loop twintig meter terug naar de diveshop waar inmiddels wat leven in de brouwerij begint te komen. En dan: duiken, rondhangen, helpen, thee zetten, muziek luisteren, studeren, nutteloze dingen op de laptop doen enz. enz. enz.

Verder zijn er nog een paar specifieke dingen die misschien, maar waarschijnlijk niet, interessant zijn om te weten.
- Er zijn hier geen warme douches. Dat geeft niet want het is hier toch een graad of 35.
- Voordat ik mijn kleren aantrek klop ik ze zorgvuldig uit, nadat ik een spin van 3 cm in mijn t-shirt had ontdekt.
- Er zitten niet alleen spinnen maar ook ratten. Gelukkig niet in mijn kamer, maar ik heb vorige week een tripje gemaakt naar de kliniek op het vasteland met een van mijn nieuwe "collega's" omdat...(niet voor degenen met een zwakke maag)...haar voet was aangevreten door een rat in haar slaap. IEW.
- Open blaren, of wat voor wond dan ook, infecteert gegarandeerd. Als je daar waterstofperoxide op druppelt om het schoon te maken, gaat het schuimen en wordt het wit. En het doet pijn. Als de hel. Driemaal daags herhalen.
- Er is geen wc-papier. Says it all.
- Overdag is er geen stroom.

Behalve dat is het hier leuk. Heel erg leuk. Gezelligheid, strand, zon, kristalhelder water, vissen, monkeyjuice, feestjes, kittens, zonsondergangen, zonsopgangen, sterrenhemels, volle maan....wat wil een mens nog meer?

vrijdag 13 mei 2011

Ga toch....duiken?

Hoewel rondfietsen door Azië een van de gaafste dingen is die je kunt doen, en ik hoop ooit van Nederland naar Singapore te fietsen, is er, hier en op dit moment, iets wat nog veel gaver is. Duiken. Dat was vast niet verrassend.

Een van de beste dingen van reizen is dat je flexibel bent in je plannen. Dat betekent dus dat als je de mogelijkheid krijgt om zes weken op een tropisch eiland te wonen en vrijwel ongelimiteerd te duiken, er geen enkele reden is om dat níet te doen.

En zo komt het dat ik net een kaartje heb gekocht voor mij en de fiets voor de trein naar Sungai Golok, de Maleisische grens. Vanaf daar zal ik, een klein stukje, fietsen naar de haven en de boot en terug naar de Perhentians.

Ik hoor jullie al denken: "Afhaker!" "Laffe twat!" "Zie je wel dat ze het niet kan" enz. enz. Dat mag. Dat denk ik zelf ook weleens. Maar dromen volgen en kansen grijpen waar ze zich voordoen is inherent aan reizen, en of dat nou te voet, te fiets, te trein of met een paar fins aan je voeten en een tank op je rug maakt niet zoveel uit. Dus op naar het volgende avontuur!


BlogBooster-The most productive way for mobile blogging. BlogBooster is a multi-service blog editor for iPhone, Android, WebOs and your desktop

dinsdag 10 mei 2011

If you're happy and you know it clap your hands...

*clap clap*

Één van de liedjes waar we vandaag ons repertoire Engelse kinderliedjes mee hebben uitgebreid, naast klassiekers als "Mary had a little lamb" en, verkeerde tijd en plaats maar dat geeft niet, "Rudolph the rednose reindeer". Opeens begaven we ons in een klaslokaaltje met tien Cambodjaanse kinderen van acht tot zestien jaar oud die een spervuur van vragen op ons afvuurden. "What's your name?" "What's your favorite color?" "Do you like Cambodia?" "Are you married?" "Do you like bamboo sticky rice?"
Toen na een uur de vragen wel zo'n beetje op waren zijn we overgeschakeld op een ingewikkeld spelletje (voor Abele tenminste) waar liefdesverklaringen en een soort stoelendans de kern van vormden. Als je geen stoel had moest je een liedje zingen dus zo kwam het dat ik met een rood hoofd "Jingle Bells" mompelde en Abele "Old McDonald" probeerde in te zetten maar na twee regels de tekst niet meer wist. Maakt niet uit, de kinderen gelukkig wel.

Hoe we daar terecht kwamen? Onze tuktuk-driver die ons vandaag heeft rondgereden (morgen gaan we dat zelf doen) bleek ook nog een weeshuis-annex NGO-annex school voor arme kindertjes te runnen dus we waren van harte uitgenodigd om Engels te oefenen. Zo kom je nog eens ergens.

Het andere hoogtepunt van de dag was de Bambootrain. Men neme een paar kilometer kromme rails, twee assen, een houten frame, wat stukjes bamboe en een grasmaaiermotor, knutselt de boel in elkaar en je hebt Cambodja's meest briljante vervoersmiddel, waar je elke denkbeeldige lading, maar voornamelijk toeristen, mee kunt vervoeren. Probleem: er is maar één spoor. Wat doe je dan als er een tegenligger (of nog leuker, een échte trein?) aan komt? Simpel: dan haal je de boel gewoon weer uit elkaar, zet het naast het spoor neer, wacht tot de tegenligger gepasseerd is en herhaalt de procedure in omgekeerde volgorde.

Vervoersmiddelen zijn hier sowieso een bezienswaardigheid op zich. Er passen minstens vijf mensen op een scooter, minstens dertig achterin een pickup (plus nog enkele tonnen rijst), als je een motor en twee wielen hebt kun je er altijd een vervoermiddel van maken en (een geruststellende wetenschap voor als ik ooit strand met de fiets in Cambodja): het is geen enkel probleem om twee fietsen achterop de fiets te vervoeren.

Phnom Penh, waar we tot en met gisteren waren, was gedeeltelijk een trip down memory lane. Het verkeer was nog steeds een chaos, Tuol Sleng en de Killing Fields nog steeds indrukwekkend, het eten nog steeds hemels en de mensen nog steeds grappig. Maar er is in vier jaar ook een en ander veranderd: zijweggetjes zijn opeens geasfalteerd, op elke straathoek is een pinautomaat en op de markt moet nog harder onderhandeld worden. Waar we overigens steeds beter in worden.

Morgen de laatste dag in Battambang, moto's huren en door de omgeving rijden, en dan donderdag weer op weg naar Bangkok. Abele uitzwaaien en een treinkaartje naar Sungai Golok, de Maleisische grens, kopen.

En, het begint inmiddels een beetje het mantra van deze blog te worden, maar de foto's komen eraan!

donderdag 5 mei 2011

De ongelofelijke onvoorstelbare maar daarom niet minder waargebeurde avonturen van Rosien 'ik verdwaal nooit' van Toor en Abele 'Fat 300 pound American' Kamminga

UPDATE: Foto's nu op flickr!

Haree!

Boom Boom Bangkok op Koninginnedag. Na een vlucht van een kleine 11 uur herkende Rosien Abele bijna niet meer, maar toch nog net wel. Gelukkig maar. Mevrouw was al vijf dagen in Bangkok en het lawaai, de stank en het verkeer kwamen haar de neus uit. De noodles gelukkig nog niet. Vlug even een tempeltje bekeken (nou ja, tempeltje, massive kitsch shizzle daaro) en monnikje-tik gespeeld. Alleen mocht Rosien niet meedoen, want monikken mogen geen vrouwen aanraken (wacko jacko's). Hoe dan ook, mevrouw was er klaar mee, Abele maakte het allemaal niks uit, dus op dag drie lekker naar Cambodja.

Ondanks alle waarschuwingen toch genaaid bij de grens. Of eigenlijk: erna, in de bus naar Sieam Reap. Abele waarschuwde nog, maar Rosien en meereizende Amerikaans-Koreaanse missionaris (...) trapten er toch in. Na alle hordes tot aan de grens (you need immigration paper, you need medical paper, you need departure paper, you need random paper) te hebben overwonnen (deze Fries heeft geen papieren nodig om de grens over te komen, dat kan zelfs uit stilstand) en zelfs bij de Cambodiaanse grens binnen 20 minuten door te zijn na de volgende ronde (zonder teveel te betalen!) werden we door een iets te behulpzame huppelthai (die Abele nog even fijn herinnerde aan het verloren WK - wanneer heeft een Aziatisch voetbalteam ooit iets van enige betekenis gewonnen in de voetballerij?!) een gratis bus in geloodst. Gratis kan niet goed zijn in Azië, maar goed. Vervolgens buskaartje gekocht voor bus, die een uur te laat vertrok en ons zover buiten de stad dropte dat we met de broer van de neef  van de buurman in de tuk-tuk mee moesten. Zo rollen Rosien en Abele echter niet, dus zijn ze lekker 1 kilometer verder gelopen om een andere Cambodiaan van zijn dagloon te voorzien.

Lekkere binnenkomer.

Daarna ging echter alles soepel. Supersoepel zelfs. Cambodia is geniaal, de mensen heerlijk, het tempo chill, de prijzen laag. Mooi man. Vandaag en gister Angkor Wat bekeken (zogenaamde 'achtste werldwonder', hoop stenen van vroeger, best mooi). Opvallend zijn alle kleine kinderen die proberen je iets aan te smeren. Moeders Kamminga zou bankroet terugkomen van al die lieve kindjes die wat verkopen met die grote hazelbruine ogen. Mister, you want to buy bracelet, mister? Three , one dollaaaaah. (No, thank you) Five, one dollaaaah (No, thank your). I need money to go to school, mister, please?  (No, thank you) Mister, when you come back you buy ok. (No, thank you) Postcard, mister? One dollaaaaah (No, thank you). Flute, mister? (No, thank you) You want pinapplemangolemon mistaaah? (No thank, you). I called you first, you come eat at my place, allright mister bycycle? (No, thank you). Tragisch, maar als je ze geld geeft dan gaat het of naar hun familie of erger. Naar school gaan ze zeker niet. Sterker nog, zolang mensen iets kopen blijven kinderen die spullen verkopen. Het gaat tegen je gevoel in, maar niets geven is het beste... Mijnslachtofferbands daarentegen zijn een uitstekende keuze.

Angkor is een prachtig megacomplex met allerlei tempels. Omdat het zo ver uit elkaar ligt, heeft Rosien Abele overtuigd dit op de fiets te doen. Op dag één in Siem Reap meende Rosien de weg nog wel te weten. Resultaat: 10 km omgefietst en Abele die meer zweet dan een 300 pond wegende op MacDonalds geabonneerde luie vreet-Amerikaan. Ja, het is warm hier.

Eten en drinken is hier geniaal, maar dat weten jullie al van Rosien. Morgen vertrekken beide avonturiers naar Phnom Penh om meer te leren over de verschrikkelijke geschiedenis van de Khmer Rouge. Daarna staat Battambang op het programma en dan gaan we terug naar Bangkok. Daar vertrekt Rosien voor duikgebeuren naar Maleisië terwijl Abele Nederland op de rails houdt in Den Haag. Mooi man!

Rosien probeerde foto's bij dit bericht te plaatsen, maar electrocuteerde zichzelf daarbij en nu zit heel Siem Reap zonder stroom. Die foto's komen later wel.

vrijdag 29 april 2011

Bangkok observations

I am in a restaurant on the 8th floor of a hotel in Chinatown. The food is average but the view is breathtaking. I am overlooking the river where boats carry passengers from one side to the other or just drive them around on one of the dinnercruises, recognized by flashing christmaslights and the Thai version of "Pokerface" and offkey karaoke that easily reaches up to the balcony.

The river is lined with golden domed wats and stupa's and Chinese temples and luxury 5-star hotels of every big name you can think of. To the left in the distance I see the skytrain flashing by against a backdrop of towering shoppingmalls. To the right and below unfolds a maze of smaller buildings and narrow streets crammed with motorbikes, tuktuks and mobile kitchens, selling everything from fried noodles to fresh fruit to whole fried fish on sticks.
As the sun is slowly disappearing behind the skyline the neonlights are taking over.

On the balcony are the two Chinese/Thai waitresses that serve Italian Coffee but don't understand the English menu they gave me, so I had to point out my dish on the Thai one. Luckily the order was the same or I could've ended up with sour fishhead curry. Yummy.
They're giggling.

Of course there's a romantic German couple admiring the sunset with a Singha beer. And there's a lonely middle-aged man with white socks in his sandals, talking to his cellphone with a thick French accent.
"Pattaya, yes."
"But darling, you know I'll come back next year. You can wait a year honey."
Pause.
"Young girls? How old?"
Pause.
"15 or 16 years old?"
Pause.
"Hmmm. Good. No I have to work. Lot of hard work in Europe"
Pause.
"I'll come back next year honey. I'm sure you can wait....Love you longtime"

I didn't make this up. Not even the 'love you longtime'.

Welcome to Bangkok...

dinsdag 26 april 2011

Lazy Lanta

Er was een auto die me van Kota Bharu naar Ko Lanta, Thailand bracht.
Het was vreemd om die paar honderd kilometer, waar ik fietsend bijna een week over zou doen, in een dag af te leggen...opeens in een ander land, op een ander eiland, in een andere zee.

Op drie uur varen van Lanta ligt een van de top tien divesites ter wereld: Hin Daeng en Hin Muang. We kwamen  donderdagavond laat aan, en omdat er pas maandag weer op Hin Daeng en Hin Muang gedoken werd, besloot ik het weekend te wachten. Dat weekend wachten bestond uit een beetje heen en weer fietsen (in tegenstelling tot de Perhentians is Lanta groot, ongeveer 25 bij 7 km en zijn er wegen), wandelen, uren het strand voor mezelf hebben, me te buiten gaan aan Thais eten (curry!) en....tja, niks doen dus.

Ontbijt

Lunch

Het was het wachten waard. Een walvishaai besloot om ons met een bezoekje te vereren in Hing Muang. Een walvishaai! Walvishaaien kunnen tot 12m groot worden. Om ongeruste ouders, schoonouders, opa's, oma's etc. gerust te stellen: ze eten plankton en zijn ongevaarlijk. Onze haai was een stukje kleiner, "slechts" een schamele 6m, maar ontzettend indrukwekkend om te zien. Het is cliche maar onbeschrijflijk om zo'n enorm beest elegant langs te zien zwemmen, een machtig gezicht.
Hoewel ze niet met uitsterven bedreigd zijn, is het toch zeldzaam om er eentje te zien. Ik mag mezelf gelukkig noemen dat ik er een gezien heb op mijn zestiende duik!

Diveboat

Verbrand maar tevreden op de terugweg

Zonsondergang

Maandagavond zag ik de zonsondergang vanaf de boot en dinsdagochtend zag ik de zon opkomen boven Lanta's heuvels: vroeg uit de veren voor een lange dag op de fiets naar Trang. 

Fiets op de ferry

Trang was iets verder dan ik dacht: 140km in plaats van 90, maar het was een prachtige rit door de heuvels en jungle met karstgebergte aan de horizon. En voor het eerst: geen regen! Het was daarentegen wel 38 graden...het is ook nooit goed ;). Na 110km dacht ik dat de man met de hamer een lift nam op mijn bagagedrager, ik was niet vooruit te branden, tot ik een stukje omkeerde om naar een restaurant te fietsen: dat ging veel makkelijker! Wat bleek, ik was al 6km aan het klimmen zonder dat ik het door had. Vals plat? Dat dacht ik ja...Gelukkig waren de laatste 20km voornamelijk bergafwaarts zodat ik met 30km/u Trang binnenreed. 

En daar ben ik nu. Waarom Trang? Er is niks te doen maar er is een treinstation, met een trein die me vanmiddag naar Bangkok brengt. Morgenochtend kom ik daar aan. En zondagochtend komt Abele aan! Samen gaan we Cambodja onveilig maken, niet op de fiets maar wellicht op een motorbike. Tempels, stoffige wegen, potholes, liefde, luieren, geschiedenis <3. 

En daarna? Who knows....





woensdag 20 april 2011

Perhentians. The long story - continued

So I left the island and I came back and left again. I left with tears in my eyes but I am looking forward to my next adventure, which will be in Thailand. On the west or on the east coast, I don't know until tomorrow morning because there might be a car that is taking me to Koh Lanta (west)...or not.

The last week on the Perhentians was all about sun, sea, working and a little bit of diving. I'll tell the story in pictures.

The night before I left for the first time, we had a proper goodbye dinner at the most expensive restaurant on the island: pasta with gorgonzola and creme brulee and tiramisu for desert. It was brilliant, but more about food later.

When I finally made my mind up and headed for Malaysia's west coast, I happily started cycling but soon the sky turned into this. Cycling in the rain makes me really, really cranky. And raining it did. And it never stopped. So I turned around. You already knew that, but I just wanted to show the picture ( you have to turn your head, sorry).


So yes, welcome back to the Perhentians! This time with less money, so to be able to stay as long as possible I decided to ask around for a job. 
I found one, but you already knew that too. I had to clean the strip of sand of the guesthouse I was staying in. It was full of plastic bags, bottles, cans, ropes, toothbrushes and flipflops and every other piece of plastic or glass rubbish you can imagine. 


Besides working we had a little fun too: we made a tire swing and flipflop "art". Awesome. Hippie, yes, I know. 


It didn't feel like a job, we just had a lot of fun. The best thing was that I got the best room ever in exchange. Just to make you jealous...it had a view over the whole beach and I could see the sunrise from my bed. 

My room: below, left

The view

(there are more pictures on Flickr)

After a week I ran finally out of money and really had to go. So here I am, back in Kota Bharu. Where there are shopping malls, and vegetarian restaurants, and the company of David who has become a really good friend. And, of course, my bike. My beloved bike, who was immediately set to work today because David rented a bicycle too and the two of us just happily cycled around. Aren't they cute together? 


About the food...before I went back I visited the supermarket and bought parmesan cheese, cream, olive oil and herbs and brought them to the islands. This sounds boring but you have to believe me: after eating  the disgusting glow-in-the-dark yellow plastic that they sell as "cheese" here, real parmesan (although it was from Australia) is really something. So Le Chef Antonio made another proper pasta with tomato cream sauce and parmesan. It was heaven in the form of spaghetti. Pure love. And he talks and talks and talks about food. A lot. And looks really happy when he  eats. See? Sounds familiar? (although this picture was taken at dinner at the fancy restaurant)

Le Chef

I will miss you, Perhentians. I will miss you, people. Antonio, NZ, Gus, David, Simon, Cissi, Heidi,  Sharon, Mi, Zack, Didi, Jimmy and everybody else. But I might just come back, again. You never know :)

zaterdag 16 april 2011

A day at the office....

Zo ben je op vakantie, zo ben je aan het werk.

Ja dames en heren, u leest het goed. Ik heb een baan! Of nou ja, baan, in ruil voor gratis accomodatie en eten heb ik gister geserveerd in het restaurant van het guesthouse waar ik slaap. Easy. Vandaag de tuin van het guesthouse opgeruimd, waar vanwege de regen honderden plastic flessen, blikjes, slippers, tandenborstels en andere zooi naar beneden was gespoeld. Vies, heet, maar de beloning is groot. En behalve dat hebben we ook nog een schommel gemaakt, krukjes en tafels van boomstammen een een vredesteken van alle aangespoelde slippers. Het huisaapje waar ik gister dikke vriendjes mee was probeerde vandaag m'n oor eraf te bijten. En de kitchen staff stopt me lekker eten toe en de barman noemt me "darling" en "honey"...
Oh, the hard life....

Verder is het rustig hier: alle bars zijn dicht omdat de regering op het eiland aan het controleren is. De meeste bars op het strand zijn (illegaal) gebouwd op overheidsgrond en verkopen (nog illegaler) alcohol, wat overal in Kelantan verboden is. Een keer in de zoveel tijd komt er iemand namens de overheid om boetes uit te delen en alle bars te slopen met een kettingzaag. En als de ambtenaar weer weg is wordt alles weer opgebouwd en gaat het leven gewoon weer verder.

En het grootste nieuws: ik heb mijn eerste schildpad gezien tijdens het duiken. En murenes. En bamboehaaien. En roggen. En nog honderdduizenden andere gave dingen. Ik ben verslaafd :)

Binnenkort stap ik weer op de fiets. Echt waar!

zondag 10 april 2011

Ik ben een idioot

Het is nu officieel, want ik maak dezelfde fout twee keer. Iets met een ezel en een steen.
Maar ja, wat moet je anders als het ten westen van hier regent, er ten noorden van hier een low-level insurgency plaatsvindt, nog noordelijker de boel nog steeds gedeeltelijk overstroomd is en het bovendien over een paar dagen Thais nieuwjaar (Songkran) is?

Juist. Dan ga je weer terug naar waar je vandaan kwam: het zuidoosten. Dat betekent terug naar de eilanden. Wachten tot Songkran voorbij is zodat er plek is in de trein en ik niet drie dagen wordt overgoten met emmers water, waterpistolen of wat dan ook waar water uitkomt. Of nog erger: niet 3 dagen vast kom te zitten in een grensstad die wordt bevolkt door hoerenlopers en bijbehorende gezelligheid.

Dus. I'll be back!

zaterdag 9 april 2011

Perhentians. The long story

After my short updates on borrowed computers and crappy wireless connections, it's now time to sit down and write the full story of my two week stay at the Perhentian Islands, or Pulau Perhentian in Malay.

But let's start at the beginning.

The two days before I left for the Perhentians were interesting, there were a lot of "first times". My first puncture, in the rear tire, was fixed with the help and encouragement of the whole restaurant staff and free kopi ais. After the whole staff had checked my tires once more I was allowed to leave. Right after I left I stood in front of a junction. I thought I had to go straight and follow the smaller coastal road, but the sign with Kuala Besut pointed to the left. So I took the left turn. I shouldn't have because I ended up in Bandar Permaisuri, which is 15km inland and not in the direction where I was going at all. So that was the first time I got lost and made a 25 km detour. Which was nice, because there were hills and rice paddies and I hadn't seen them in a while. Lesson of the day: don't trust road signs.

The day before that was my first unfriendly encounter with a Malaysian. A fifteen, maybe sixteen year old boy sat down next to me on the beach. I asked if he spoke English. He answered "yes". Good, I thought, we can talk and I can ask him about the road and stuff. I asked his name. He answered "yes". Hmm. Maybe no chat then, so he just sat there being quiet. After a couple of minutes it got a little bit awkward so I decided to leave. He followed me on his motorbike, which is scary enough all by itself but when he grabbed my arm I freaked out and slapped him in his face. This sound more heroic than it was because it was a halfhearted slap somewhere on his head but it worked and he backed off. Lesson f the day: none, really, because things like this happen and the only way to avoid them is to lock yourself up at home and then things like this and worse can still happen.

In Kuala Besut, the departure point for the boat to the islands, I parked my bike and the security guard of the parking lot asked how long I would stay there. "Maybe a week", I said, already adding extra days in my head for sun and lazyness afther the dive course which was supposed to take four days. It took six days because the weather was shit, it was raining and the sea was choppy and all in all not very nice. Still in need of some lazy days but this time with sunshine, I departed for the small island after finishing the course and it was there that I decided to do the advanced dive course which took another four days (with very nice weather though). And then I really wanted to leave, sort of, but couldn't because I had a hangover and there is no point in cycling with a hangover so I left today, more than a week later than my original plan. That's fine, no hurries, and Thailand was flooded anyway.

About the Perhentians. It's a small tropical paradise. Turquoise water, sand like powdered sugar, palm trees, everything you would imagine on a postcard. There were big lizards, ladyboys, ladies nights, good company, kittens and monkeys and monkeyjuice too. And expensive food that made me want to cry because it was so good. It was pasta with gorgonzola, mmmm. I already told about the diving but it's awesome. It's something completely new and although I didn't really know what to expect, I love it and I'm hooked. See the pictures on Flickr for some impressions.

And all of a sudden (not really, after cycling 60km) I am in a town, no, not a town but a city, where there are supermarkets and, hold your breath, shopping malls! I haven't seen those since Singapore. However, non of them are selling maps of Thailand so tomorrow is probably the second time I will get lost because tomorrow is the day that I will leave Malaysia behind.

Terima Kasih, Malaysia. Thank you for all the hospitality and generosity. For all the fun. For all the good food and the bad food and my new favorite drink and the thumbs up and the smiles and the honks from passing cars and waving children and curiosity and, since today and I don't know why, men in cars passing by shouting "I love you". Which is nice to hear but a little bit strange. I liked the "welcome to Malaysiaaaaaaaa" from the cop on a motorbike better.

Tomorrow will be a new adventure although I don't know really what kind of adventure (which is, of course, exactly why it's an adventure). Maybe it will involve a train or maybe it will be cycling across checkpoints and army trucks. I don't know. Now is decision time. It will be alright.

zaterdag 2 april 2011

Een nieuwe wereld

Sorry, voor degenen die graag over fietsen willen lezen, ik moet jullie teleurstellen. Ik zit namelijk nog steeds op een zonovergoten eiland met kristalhelder water, poedersuikerzand en tropische temperaturen. Zonder wegen, dus fietsen heeft hier niet zoveel zin.
Met een schuin oog op de situatie in Thailand waar de ergste overstomingen in 50 jaar zijn, heb ik geen haast om hier weg te komen.

Dus ik duik. En ik zwem. En ik eet. En drink. Repeat. En soms doe ik iets actiefs, zoals een kleine jungle hike naar het dorp hier op het eiland. Een kleine klim en afdaling van een uur door riviertjes, rotsen, omgevallen bomen en reusachtige spinnewebben, inclusief spinnen van bijpassend formaat. En 's avonds dansen we tot diep in de nacht met blote voeten in het zand. Tussen 07.00 uur en 19.00uur is hier geen elektriciteit en ik heb geen bereik met mijn telefoon. Heerlijk simpel. Gelukkig is er altijd wel ergens een laptop met internet te vinden om het thuisfront op de hoogte te houden.

Na het behalen van mijn PADI Open Water certificaat heb ik besloten om meteen maar door te gaan met mijn Advanced Open Water. Morgen begin ik. Vijf duiken: een deep dive, navigation dive en waarschijnlijk under water photography, fish identification en wreck dive. Gaaf, niet?

De foto's komen later!

maandag 28 maart 2011

Something different...

Een snelle update. Ik heb mijn helm en fietsbroek tijdelijk omgeruild voor een wetsuit en scubatank. Morgen aan het eind van de dag mag ik me als het goed is een Open Water Diver noemen!

Duiken is zó gaaf! Het was nogal een impulsief plan, ik kan me niet eens herinneren ooit gesnorkeld te hebben, maar tot nu toe geen seconde spijt gehad. Het koraal, de vissen, het ademen onder water...erg tof. De rest van de tocht zal ik mijn tijd dus moeten verdelen tussen fietsen en duiken. Hmmmm, lastige keuze :)

Zodra ik weer terug ben op het vasteland komen er meer verhalen en foto's. Stay tuned!

woensdag 23 maart 2011

PAS & Petronas

Een nieuwe staat - Terengganu - maakt een wereld van verschil. Hier meer vrouwen in traditionele kleding (de gebatikte variant van de chador) en meer mannen met hoedjes en baarden. De Parti Islam se-Malaysia (PAS), een islamitische/islamistische partij is hier aan de macht, en dat is te merken. Geen bier te krijgen, behalve gelukkig hier in Chinatown, en overal staan waarschuwende borden langs de weg met de islamitische ge- en verboden.

Gisteren 103km, in 4 uur en 43 minuten (!!!) naar Rantau Abang gefietst, een voormalig toeristenoord maar nu vrijwel uitgestorven. Niks te beleven, behalve het Turtle Information Center waar ik niet naartoe ben geweest, dus ook niks over te melden. Langs een enorme Petronas (je weet wel, van die torens in Kuala Lumpur) olieraffinaderij gefietst. Olie is de voornaamste bron van inkomsten van Terengganu, want verder is hier niet zoveel. Het was verboden om foto's te maken, met daarbij het dreigement om je in de rug te schieten in het geval van overtreding, dus helaas geen plaatjes. 

De kamer waar ik sliep was heerlijk, met eigen badkamer. Vroeg naar bed, bezig met in slaap vallen, en ik voel plotseling iets op  m'n schouder. *plok*. Een kever. Van minstens een handbreedte (nou ja, in het echt misschien 4cm). Op mijn schouder. IEH! Was van het plafond gevallen. Heb 'm nonchalant van het bed geveegd maar durfde de rest van de nacht slechts onder begeleiding van de zaklamp naar de wc. Op de wc zat een gecko. Een kleintje. Die zijn lief, want vangen beestjes. Maken alleen lawaai! Maar ja, je bent in de tropen of je bent het niet, dus ik zal niet klagen :)

Zo snel als gisteren ging, zo langzaam ging vandaag. Slecht geslapen, weinig energie en daarnaast ook nog voortdurend miezerige motregen, ook niet echt motiverend. Gelukkig maar 63km. De laatste twintig kilometer veranderde de miezer in een volledige tropische regen en vervolgens vond ook een van de Petronas tankwagens het grappig om mij in te halen terwijl 'ie door een plas reed. De golf water (modder) kwam recht in mijn gezicht, zie je het plaatje voor je?
Een uur later stond ik druipend in de receptie van het hotel/travel agency (Ping Anchorage) waar men de airco op z'n hoogst had gezet. Lekker. Zelfs de koude douche was een verademing.

Nu in het "Siber Kafe" (bedankt Engelsen, die de essentiele zaken voor de reiziger een stuk duidelijker maken, zoals "Ais Krim") een reservering proberen te regelen voor de Open Water Scuba Diving Course op Pulau Perhentian. En omdat een blog zonder plaatjes ook maar kaal is, heb ik er eentje voor jullie gegoogled, opdat jullie allemaal maar jaloers mogen worden.


Geen straf, om daar een tijdje (een week?) te moeten doorbrengen. Enige nadel: langzaam en duur internet. Wees dus niet bevreesd door een radiostilte mijnerzijds, maar ik blijf natuurlijk graag op de hoogte van jullie belevenissen.

Liefs!

Mijn route tot nu toe is te vinden op: http://maps.google.com/maps/ms?ie=UTF8&hl=en&msa=0&ll=5.292673,103.457565&spn=0.539451,1.056747&z=11&msid=201743468436015495386.00049f223111371c9bf29

maandag 21 maart 2011

De schaamte voorbij

Eerst even een klein applausje voor mezelf: gisteren voor het eerst meer dan 100km gefietst! 102, om precies te zijn. Helaas fietste ik net over een brug en werd ik ingehaald door een vrachtwagen, anders had ik zeker weten een klein vreugdedansje gedaan.

Ten tweede, de foto's van de afgelopen dagen zijn geupload. Zie >Flickr>

De honderd kilometer hebben me gebracht naar Cherating. De hoogste concentratie hippies tot nu toe (mezelf meegerekend) maar toch overheerst het gevoel van "Waar is iedereen?!" Ondanks dat dit een vrij populaire badplaats schijnt te zijn is het hier vrijwel uitgestorven. Onderstaande foto, genomen op maandag om 11u 's ochtends, is daarvan het bewijs, evenals het feit dat ik het strand vanmiddag slechts hoefde te delen met een andere zonaanbidder. Waarvan akte.


Honderd kilometer alleen onderweg doet rare dingen met je gevoel voor decorum - ik doe dingen waar ik in Nederland niet eens over na zou denken. Ik draag bijvoorbeeld schaamteloos mijn MC Hammerpants, de lelijkste die ik kon vinden, samen met mijn lelijke hoed (weet je nog?) Niet alleen die lelijke hoed, maar daaroverheen nog een bandana om te voorkomen dat 'ie af waait. Of ik zing heel hard op de fiets. Billy Joel, of, erger nog, Matthias Reim (bedankt, A....). In vals Duits. Ik maak foto's van mezelf. Of erger nog: ik zing terwijl ik bovenstaande outfit draag (maar een foto daarvan maken ging me dan weer iets te ver). Ik probeer me niet meer te fatsoeneren zodra ik, oververhit en rood aangelopen, een restaurant binnenstap. Het echte zweten begint toch pas als je van de fiets afstapt, dus zinloos. Ik maak waar mogelijk gebruik van openbare wc's, Asian style. Iedereen die daar weleens gebruik van heeft gemaakt weet wat dat betekent. Ik eet met mijn handen, maar alleen met mijn rechter, in verband met voorgaande.

Na enthousiaste verhalen van medereizigers overweeg ik om nog een tropisch eilandenparadijs in Maleisie te bezoeken: Pulau Perhentian. Misschien zelfs om daar mijn duikbrevet te halen? Hoe gaaf zou dat zijn?!
Ook de route naar Thailand is in heroverweging: misschien Maleisie doorsteken naar de westkust en daar de grens over naar Krabi, om vanaf daar te fietsen naar de Thaise oostkust....decisions, decisions....Any help?

zaterdag 19 maart 2011

Verslavend

Vandaag was de leukste dag, op de fiets, tot nu toe. De 90km naar Pekan was peanuts. Om kwart over zeven zat ik op de fiets, na drie kilometer uitgebreid ontbeten met Nasi Dagung: rijst met sambal en een ondefinieerbaar stuk vis (tonijn?). Om half acht 's ochtends, even wennen maar minus de graatjes goed te doen.

Ik begin een serieuze verslaving te ontwikkelen voor kopi ais: ijskoffie met een ongezonde hoeveelheid gecondenseerde melk. Goede brandstof voor onderweg. Op de tweede plaats komt teh tarik, letterlijk "getrokken thee". Dat is thee (ook met een ongezonde hoeveelheid gecondenseerde melk) die van het ene in het andere glas wordt geschonken zodat het gaat schuimen. Een soort theecappuchino, zegmaar.

Terwijl ik van mijn tien-uur-thee zat te genieten kwam er een groep andere fietsers langs. De eerste fietsers die ik tegenkom! Een Frans gezin, onderweg met twee kinderen op aanhangfietsen. Mijn god wat moet dat zwaar zijn....We hebben informatie over de route uitgewisseld ("In Lao and Cambodzjha we followed zhe Mekong. It ies verry flat") en elkaar een goede reis gewenst.

De route vandaag voerde eerst door de jungle (toekan gezien! Gaaf!), toen door de mangrovebossen (enorme monitor lizzard!), vervolgens langs het strand en de laatste kilometers door het moeras. Met tegenwind, om het een beetje spannend te houden.

Voor lunch staat er meestal roti canai op het menu. Een soort pannenkoek geserveerd met curry on the side. Eten met je vingers en dippen maar. Natuurlijk vergezeld van een kopi, teh of lime juice (nummer 3 in de lijst favoriete drankjes). In de restaurantjes onderweg ben ik meestal de enige vrouw. Sowieso de enige vrouw zonder hoofddoek: de dames in de kampungs gaan nogal traditioneel gekleed en hoewel Maleisie een grote Chinese en in mindere mate Indische minderheid heeft, vind je die alleen in de steden.
Gesprekken tijdens de lunch verlopen meestal als volgt:
Vraag 1: "Where you from?" Ik leg uit dat ik uit Belanda kom en vandaag vertrokken ben uit Rompin. Dit is oke.
Vraag 2: "Where you go?". Ik leg uit dat ik vandaag naar Pekan ga ("Very far miss. Very far!" I know!) maar uiteindelijk naar Laos. "To Laos?!" "Yes" "How long?" "Four months" "Very long time!"
Vraag 3: "You. Just one?" Mijn bevestigende antwoord hierop kan vervolgens drie reacties ontlokken. De meest voorkomende is "you crazy". De andere is "you very strong woman", meestal gepaard met laten zien van spierballen en soms met "I'm afraid". En soms ontlokt het een vierde vraag: "You no friends? No husband?", waarop ik antwoord dat ik die wel heb en dat ik ze heel erg mis. Proberen uit te leggen dat het heel erg leuk is om alleen te reizen is volkomen zinloos.

Over Pekan is niet zoveel te vertellen. Iets leuker dan de gemiddelde stadjes die ik tot nu toe gezien heb: het ligt aan een rivier en is bezaaid met moskeen. De sultan woont hier naar het schijnt. Het internetcafe is ruk. Je kunt er lekker eten. Mensen zwaaien als ik door de stad fiets. Het enige nadeel is dat het goedkope hotel hier vol is ("Sorry, no rooms sir". Sir? Ehm?) zodat ik het drievoudige van mijn budget aan een hotelkamer betaal. Maar he, daarvoor heb ik wel een prachtige roze kamer met airco in een hotel een kilometer buiten het centrum en een badkamer waar ik, voor de verandering, niet kan poepen en douchen tegelijk. Dat laatste wilden jullie waarschijnlijk niet weten maar is wel illustratief voor het formaat van de badkamers hier.

Nu avondeten scoren. Nasi, denk ik.

(De foto's komen later. Computer snapt mijn camera niet).

vrijdag 18 maart 2011

Nada

Ik ben een idioot. Een luie idioot.

Nadat ik terug was gegaan naar Mersing en daar een nacht had geslapen, regende het. Alweer. Heel hard. Mooi moment om de was te doen, blog te updaten en maar een klein stukje te fietsen.

Toen ik dat kleine stukje, 45km, gefietst had, een lunch verorberd had en op zoek ging naar een hotel, zag ik een bord met "Ferry to Tioman". Hmmmm. De ferry bleek over vijf minuten te fietsen dus ik moest snel een beslissing maken. Voordelen: nog een dag gezelligheid, iedereen zou er nog zijn, nog een extra dag strand/zwemmen, eindelijk een poging doen om die enorme berg te bedwingen met de fiets....Nadelen: ?
Die keuze was dus snel gemaakt, en voor ik het wist zat ik, deze keer met fiets, op de boot. Anderhalf uur later inderdaad geprobeerd het eiland over te fietsen, maar na ongeveer honderd meter (kan ook minder zijn geweest) mijn fiets (bij elkaar 30 kilo, moet je er even bij bedenken) mijn berg op geduwd te hebben heb ik de moed opgegeven en veel te veel geld voor een taxi betaald. Geeft niet, want om een of andere reden hoefde ik niks te betalen voor de boot.
Verrassing! Daar was ik weer.

Dit is een mooi moment om even wat te vertellen over Tioman. Juara is het enige over land bereikbare dorp aan de oostkust van het eiland. Behalve surfen en naar een waterval (tegenvaller) wandelen is er niet veel te doen. De gemiddelde dag in Juara zag er ongeveer zo uit:


De zon op zien komen



Kokosnoot plukken, machete lenen van de buren, kokosnoot met grof geweld en gevaar voor eigen vingers slachten (of laten doen door veel sterkere kamergenoot). Kokosnoot leegdrinken en uitlepelen.



 Stukje wandelen....



Misschien even zwemmen....



Chillen in een hangmat en spelen met de aap (die mocht mij niet)...
(Dit is Emma trouwens, ze werkt daar)

...Of met de kat


En gezelligheid! v.l.n.r. Josh (AUS), Ariska (NL), Jess (ENG). Spelletje Nada of Shithead spelen. Bier drinken. Film kijken.

Maar goed, vanochtend definitief afscheid genomen en de boot naar Endau gepakt en echt een heel klein stukje gefietst, maar 25km. Na anderhalf/twee uur onderweg zie ik er ongeveer zo uit. Helemaal niet verbrand ofzo. Noch bezweet....

Onderweg staan er soms grote gebouwen, meestal zonder ramen. De meesten van kaal beton, maar sommigen (zoals onderstaande) beschilderd. Meestal in the middle of nowhere en die gebouwen maken een hels kabaal. Het kostte me drie dagen om uit te vinden waar dat kabaal vandaan komt en waar die gebouwen voor zijn: er nestelen zwaluwen in, en die nestjes worden gebruikt voor vogelnestjessoep. Plaatselijke delicatesse blijkbaar. Iew. 




Morgen een lange dag voor de boeg: 90km naar Pekan. Hopelijk is het bewolkt maar regent het niet weer de hele dag....Kijken of ik, na vele luie dagen op het strand, eindelijk eens in het fietsritme kan komen!

Spreek jullie snel!

PS: Meer foto's, o.a. van de dagen voor Tioman, staan op Flickr. Zie rechts. 





dinsdag 15 maart 2011

Terug in de bewoonde wereld

Toen ik vertrok uit Sedili regende het. Na 65 km door de heuvels en regende het nog steeds (de dag ervoor hoopte ik zo dat het even zou regenen. Be careful what you wish for!). Fietsen in de regen is niet zo erg want het is nog steeds warm, maar na 65 km was ik er wel klaar mee. Alle natte kleren schuren op precies de verkeerde plekken....precies op het moment dat ik had besloten niet verder te fietsen stopten er twee jongens in een pick-up die het meest gehate Engelse zinnetje in ZO-Azie uitten: "Hey you. Where you go?" Zij gingen ook naar Mersing! Fiets achterin gegooid, mijn doorweekte achterwerk op de achterbank neergevlijd en de laatste 30 km meegelift naar Mersing. Nog geen drie dagen aan het fietsen en nu al aan het smokkelen...Maar het was nodig want vlak nadat ik was ingestapt veranderde de weg op meerdere plekken in een rivier met ongeveer een halve meter water. Daar had ik nooit doorheen kunnen fietsen.

De mensen hier (en thuis waarschijnlijk ook) denken dat ik gek ben. Dat levert leuke situaties op. Mensen kopen koffie, thee en zelfs een hele lunch voor je, geven je flessen water aan vanuit de auto (ik voel me soms net Lance Armstrong) en toeteren, zwaaien en moedigen je aan. In Sedili hoefde ik uiteindelijk niks voor mijn kampeerplek te betalen (en de eigenaar heeft al mijn eten betaald). Superlief!

In Mersing een groepje leuke mensen ontmoet en daarbij aangehaakt: Ariska uit Nederland, met Josh uit Australie en Jess uit Engeland: we gingen allemaal naar Pulau Tioman. Tioman is ooit genomineerd voor "mooiste eiland van de wereld". Ik weet niet of het uiteindelijk ook echt is uitgeroepen tot mooiste eiland maar het is, wat mij betreft, een goede kanshebber. We gingen alle vier naar de oostkant van het eiland, waar je alleen kunt komen over een smal weggetje door de jungle met een 4x4. Ik wilde eerst mijn fiets meenemen op de boot maar omdat het zo regende heb ik die achtergelaten in Mersling. Blij dat ik die niet mee heb genomen want ik had denk ik nooit de berg over kunnen komen!

Juara, het dorp aan de oostkust van Tioman, is een soort paradijs. Er zijn twee stranden (north beach en south beach, om dingen makkelijk te houden). Wij zaten aan south beach, hutje aan het strand met eigen badkamer, veranda, enorm bed (Jess was mijn roomie) buitendouche, bloemen, woeste golven, surfdudes, bier, muziek, hangmatten, later gelukkig ook zon, goed eten, warme chocolademelk en gezelligheid! En schildpadden! We hebben ze niet gezien maar er liepen wel turtle tracks van het strand naar de bomen. Als je ooit in de buurt bent: Beach Shack in Juara is de place to be.
Ik wilde eigenlijk na drie dagen weggaan maar toen werd ik ziek. De "Delhi Belly", hoewel het waarschijnlijk niet van het eten kwam. Ik had een slechtere plek uit kunnen zoeken om ziek te worden. Uiteindelijk ben ik nog een nacht langer gebleven, in totaal vijf dagen, en nu weer terug in de bewoonde wereld. En het regent weer....Het is hier nu 11u en ik had allang op de fiets willen zitten maar mijn vertrek nog even uitgesteld tot de zon weer schijnt. No hurry....

(De foto's komen later, beloofd!)

woensdag 9 maart 2011

Heet, nat en vermoeiend

En dan heb ik het natuurlijk over fietsen...

Singapore - Sungai Rengit (44km)
Gisteren gedaan waarvoor ik ben gekomen: Fietsen! Eerst door Singapore. Dat was, zacht uitgedrukt, een uitdaging. Het rijden op driebaans wegen midden in de stad is geen pretje, laat staan als dat verkeer ook nog allemaal links rijdt waardoor de auto's bij kruisingen altijd van de verkeerde kant komen...
Tot ik werd ingehaald door een andere fietser, die op de stoep fietste. Singapore staat bekend als 'fine city' en dan niet 'fine' als in leuk, maar 'fine' als in boete (je afval op straat gooien kost je omgerekend ongeveer E500). Ik was dus eerst een beetje huiverig om op de stoep te fietsen, want het mag vast niet (de meeste anderen fietsen ook gewoon op de weg) maar wat een verademing. Verder staan er overal bomen, bloemen, parkjes enz. dus het is best prettig om te fietsen als je eenmaal aan al het andere verkeer gewend bent en je veilig op de stoep bevindt!

Eerste bestemming was Changi Point Ferry Terminal, waar een 'bumboat' naar Pengerang zou varen. Fiets op het bootje, uurtje varen, nieuwe stempels in het paspoort en dan ben je in Maleisie!
Daar nog 17km naar het eerste dorp met een pinautomaat en ingecheckt in een Chinees hotel. Met airco en een eigen badkamertje. Zo eentje waar je kan douchen en op de wc zitten tegelijk. Behalve pinautomaten, hotels, winkels etc heeft dit dorp natuurlijk ook een pleintje. Op dat plein staat een standbeeld. Tot zover niets ongewoons, behalve dan dat het een standbeeld van een garnaal is. Tja...

Maleisiers (Maleiers?) zijn nogal fan van garnalen. Ik niet. Maar aangezien ze ze overal doorheen gooien, bij voorkeur in gefermenteerde en tot pasta vermalen vorm, is er geen ontkomen aan. Net als aan vlees. Als ik vraag om nasi met "no meat" krijg ik nasi met, juist, kip.

Sungai Rengit - Sedili Kecil (76km)
Titel van deze blog slaat op vandaag. Ik zat om half 8 al op de fiets maar man, wat is het heet hier. Na 30km was ik toe aan versterking en, gelukkig, waren er een paar luxe beach resorts voor goedverdiendende Maleisiers. Daar heb ik mijn bezwete kont geinstalleerd op het poolside terrace met een ijsthee. Dat die ijsthee evenveel kostte als mijn diner+drank van gisteravond vergeten we maar even...
Een uur later weer op de fiets en toen waren er wolken. Yes, wolken! Donkergrijze, dreigende wolken. "Please, laat het regenen!" dacht ik (inmiddels 35 graden) en dat deed het uiteindelijk ook. Binnen anderhalve minuut was ik doorweekt, maar uur later scheen de zon weer, en toen was het nog een heleboel kilometers naar de eindbestemming. Er was geen eten! De eerste helft van de route stonden er overal kleine kraampjes langs de weg maar na de pauze bij het resort waren die volledig verdwenen? Ik heb uiteindelijk mijn noodvoorraadje pinda's weggeknabbeld op een vangrail. Sneuiig, ja.

Maar O wat was het de moeite waard. Ik heb helaas nog geen foto van mijn overnachting nu maar ik zal het even beschrijven. Stel je voor: een rivier die uitkomt op zee. Paar bomen in het water, klein strandje, bootjes. Precies daar staat een klein resort (Sedili Country Resort) met een paar huisjes (roze, blauw, paars, groen). Die huisjes waren duur, maar ik mocht mijn tentje opzetten. Die staat nu, aan het water, onder een palmboom! Nice!
Superlieve eigenaar ook, probeert mij wanhopig wat Maleis te leren, dat lukt niet, maar hij spreekt gelukkig ook goed Engels. Heeft me net getrakteerd op nasi en zijn resort heeft nogal te lijden onder het teruglopende toerisme. Dus als je ooit in de buurt bent: ga daarheen!

Het regent nu weer, ik ga straks eens kijken of mijn tent echt waterdicht is. Foto's zijn ook geupload, zie rechts hiernaast.

Morgen naar Mersing, 100km (honderd!) noordelijker.

Aantal apen gezien: twee. Een keek nogal boos omdat ik hem geen voorrang gaf bij het oversteken. De ander begluurde me stiekem van achter een boom. En nog twee dode, langs de kant van de weg. Die booskijkerd was dus een aansteller want voorrang krijgen ze nooit.
Aantal apen gehoord: honderden?
Andere enge beesten: een hele grote hagedis (een meter?), maar ook dood.
Aantal leuke beesten: Vogeltjes! Geel, groen, blauw, lange staart, korte staart. Herrieschoppers. En de katten van het resort natuurlijk.

maandag 7 maart 2011

Hindoeïsme voor beginners

"Just you and your bike?"
"Yes"
"Are you cycling?"
"Not yet but I will cycle to Laos"
"HAHAHAHAHA you crazy. Hahahahaha!"

Dat waren  de bemoedigende woorden van de taxichauffeur. Taxichauffeur ja, want ik durfde het na slechts een paar uurtjes slaap niet aan om over de snelweg vanaf het vliegveld naar de stad te fietsen, dus heb ik een taxi genomen en me daarin meteen maar naar Little India laten rijden, midden in de stad. Little India is precies wat het zegt, één van de wijken in Signapore waar bevolingsgroepen bij elkaar wonen. In Nederland zouden we dat segregatie noemen en erover klagen maar hier werkt het goed. Naast Little India heb je natuurlijk ook nog Chinatown, en Arab street (spreken voor zich?).

Vanochtend werd ik na een rare nacht van vier uur slaap, vier uur wakker en nog eens vier uur slaap om half 11 wakker (jetlag!) dus besloot om hier nog maar een nachtje te blijven. Vandaag heb ik door Singapore gewandeld. Gewandeld ja, want hoewel er hier in de buurt wel een paar Indiërs rondcrossen op fietsen is het hier wel fietsen voor gevorderden, zonder fietspaden, met vijfbaanswegen door de stad en linksrijdend verkeer. Dat laatste is natuurlijk best normaal, maar ik moet er aan wennen: ik bots de hele tijd bijna tegen mensen aan omdat ik op de verkeerde kant van de stoep loop. Dat belooft wat voor morgen, als ik wel op de fiets stap om met de ferry naar Maleisië over te steken...

When in Singapore...do as the Singaporeans do. Dat zijn twee dingen: winkelen en eten. Geen probleem! Mijn geld uitgegeven aan een paar heerlijke curries, een korte broek en de lelijkste hoed die ik kon vinden. Ik maak er misschien nog wel een keer een foto van, maar ik ga nu geen poging doen om te omschrijven hoe lelijk 'ie is. Ook de eerste andere fietser tegengekomen, Keith, die in 2,5 jaar van Engeland naar Singapore is gefietst. We raakten aan de praat en terwijl Keith zijn paspoort aan het zoeken was kreeg ik van Mr. Little India himself een cursus Hindoeïsme voor beginners. En gratis koffie. Daar was geen ontkomen aan dus. Ik weet nu -in theorie- hoe ik volledige peace of mind kan bereiken. Altijd nuttig, we nemen het mee, bedankt.

Morgen dus voor het eerst fietsen, ik hoop dat ik alles goed in elkaar heb gezet op het vliegveld en dat ik heelhuids de oversteek naar Pengerang maak. Ik hou jullie op de hoogte!

maandag 28 februari 2011

Inpakken en...

Van Air Emirates moet ik mijn fiets vervoeren in een speciale "bikebox". Daarnaast moet ik minimaal 72 uur van tevoren doorgeven hoe groot die doos precies is, en wat 'ie, met fiets en al, precies weegt.

Vorige week al gebedeld bij de fietsenmaker om een doos (die 'ie, heel aardig, kwam brengen) en vandaag maar eens kijken of de fiets daar ook echt in past.

Een lesje fiets-in-vliegtuig van en voor beginners.


Men neme een grote doos

Trappers losdraaien (links draait rechtsom en rechts draait linksom) en
stukjes bubbeltjesplastic en karton kwetsbare delen afplakken

Stuur draaien, zadel hoger dan stuur

En hij past!

Probleem: het geheel past niet in de auto. Dus alles weer uit elkaar, doos pletten, opvouwen, en hopen dat het dan wel past. En vooral, hopen dat alles veilig aankomt en ik nog weet hoe ik mijn fiets weer ín elkaar moet zetten...

(voor de geïnteresseerden: de fiets en doos wegen samen 19 kilo)

zaterdag 26 februari 2011

Één week te gaan...

De vorige keer schreef ik optimistisch dat ik “zo goed als klaar” was voor vertrek.
Daar denk ik nu heel anders over.

Wáár is mijn recept voor anti-malariapillen ook alweer? En wáár koop ik in godsnaam in februari een fatsoenlijke korte broek in winters en winderig Den Haag? En wáárom is mijn paklijst ook alweer vier kantjes? Ik had ingeschat nooit aan die dertig toegestane kilo’s in het vliegtuig te komen maar de weegschaal na het proefpakken afgelopen week kwam daar toch angstvallig dicht bij in de buurt. 

En oh ja, wat is er gebeurd met mijn voornemen om in mijn vrije februarimaand heel hard te gaan trainen?

Natuurlijk heb ik helemaal geen drie broeken, drie fietsbroeken,  twee jurkjes, zeshonderdduizend shirtjes en een lading schone onderbroeken waarmee je een heel weeshuis kunt aankleden nodig, maar toch. Ik heb voor de zekerheid wel een tentje aangeschaft (á 1,5 kilo) maar ja, je kunt dus gratis (!) kamperen in Singapore en wie ben ik, zuunige Hollander, om dat dan niet te doen?

Reistechnisch gezien vind ik mezelf helemaal niet zo’n stresskip [1]. Tas inpakken en gaan. Ook daar denk ik nu heel anders over. Hoe stoer ik mijn plannen ook vind, spannend is het allemaal wel. Ik-lig-er-wakker-van-spannend zelfs, maar ik denk dat het met dat slapen wel goed komt als ik straks de hele dag op de fiets zit.

De komende week rest niets anders dan de (écht) laatste voorbereidingen treffen en afscheid nemen van familie, vrienden, geliefden en –met iets minder moeite- het zeikerige Nederlandse winterweer. 


En alvast een plaatje om bij weg te dromen



[1]Iedereen die weleens met mij op vakantie is geweest mag daar gerust heel anders over denken. 

zondag 30 januari 2011

All set and ready to go...

Met nog precies 33 dagen te gaan tot vertrek ben ik er zo goed als klaar voor. Morgenavond werk ik voor het laatst bij de Usva, het cultureel studentencentrum in Groningen waar ik al bijna drie jaar achter de bar sta. Ook voor Spartak en Donau ben ik de laatste eindjes aan het afronden, niet het leukste werk (vergaderingen voorbereiden!) maar wel terugkijkend op een mooie, soms moeilijke maar vooral heel leerzame periode. Marijke komt over uit Berlijn (niet voor mij maar voor de kaakchirurg) dus die kan ik nog een dikke knuffel geven voor vertrek. Ik hoop eigenlijk in februari nog naar Berlijn te gaan maar mijn agenda raakt steeds voller en voller en mijn portemonnee steeds leger dus ik hoop dat dat gaat lukken. De colleges die gegeven moesten worden zijn allang afgelopen dus overdag rest mij niets anders dan priegelen aan de fiets, stukjes fietsen, de dagelijkse bezigheden en vooral het obsessief lezen van weblogs, reisverslagen en verhalen van anderen, dagdromen en routes uitstippelen. En 's nachts? Genieten van mijn comfortabele bed en wakker liggen over futiliteiten als "Hoe kom ik in hemelsnaam van Changi Airport in Singapore?!" en "Wat te doen met die kilometers tussen Jeli en Gerik?!"

Komende week zal ik ook mijn laatste spullen naar Den Haag/Almere verhuizen om de laatste weken bij Abele en mijn ouders te logeren: mijn kamer in Groningen wordt onderverhuurd aan een Spaanse studente die hier hopelijk een heel leuk semester tegemoet gaat. Omdat ik haar niet met al mijn persoonlijke rommel op wil zadelen heb ik gister samen met mijn ouders de boel al grotendeels leeggehaald en keurig in dozen afgevoerd naar het ouderlijk huis. Kaal hier!

Ik krijg regelmatig de vraag hoe ik in hémelsnaam op het idee kom om te gaan fietsen. Meestal kijken mensen dan verontrust of ik niet helemaal gek geworden ben, vragen bezorgd of ik dan toch niet alleen ga (jawel!) en verzuchten dan "Pfoe, dapper hoor. Ik doe het je niet na". Of het zo leuk wordt als ik denk kan ik natuurlijk pas over een paar maanden vertellen maar ik heb er vooralsnog echt onwijs veel zin in. Wat ik ga doen valt in het niet bij wat deze vrouwen gedaan hebben/doen/nog van plan zijn:
Van Londen naar Nieuw Zeeland
Van Nederland naar ???
Hopelijk ter geruststelling, maar vooral ter inspiratie.

woensdag 26 januari 2011

Het Goudgele Monster (2)

Heugelijk nieuws, minder dan zes weken voor vertrek: de fiets is klaar!
Enkele honderden euro's armer en tripjes naar de fietsenmaker, fietsenwinkel, buitensportzaak, action, gemeentehuis (paspoort), GGD en gereedschapswinkel later is het dan bijna zover.

De eerste kilometers zijn inmiddels ook al gefietst, een rondje Groningen-Pieterburen van bijna 60km met een heerlijke noorderwind was prachtig.

Op deze foto zie je al de Tubus achterdrager, nieuwe bidonhouder (in dit geval voor een thermosfles met thee), de nieuwe handlebars, het gerecyclede zadeltasje en natuurlijk de dikke vette Schwalbe anti-lek banden die de fiets bíjna zouden transformeren tot een soort botsauto....Onzichtbaar zijn verder de nieuwe ketting en het gerepareerde balhoofdstel. 

 Inmiddels zijn ook de achtertassen en stuurtas aangeschaft (Ortlieb), een fietscomputer, een extra flessenhouder voor grote petflessen en een hele stapel gereedschap en reserveonderdelen waarvan ik (nog) niet weet wat ik er mee moet. 

Stuur met stuurtas (die op slot kan!), nieuwe handgrepen, nieuwe kortere stuurpen, fietscomputer en de Sram gripshifters

Normale en extra grote bidonhouder

En de kers op de taart natuurlijk: mijn eigen "nummer"bord!

Update: ik heb met dank aan Joris en Stella (www.buurma.nl) inmiddels ook een "nieuw" zadel, zo'n heerlijk harde leren Brooks. Bedankt!
(donker en vaag, voor het idee)


vrijdag 7 januari 2011

Het Goudgele Monster

De twee volgende stappen om te kunnen vertrekken zijn inmiddels genomen: ik heb een fiets en een vliegticket.

De fiets is een goudgele Giant Track Expert uit 1998. Een oudje, mooi van lelijkheid, maar voldoend aan al mijn eisen. Even wat fietsennerdspeak voor beginners.

  • 26" wielen: dat is handig want buiten West-Europa zijn er nauwelijks 28" wielen te krijgen
  • Aluminium frame, stalen voorvork
  •  Volledig ongeveerd. Dat hobbelt maar het kan moeilijker kapot
  • 21 versnellingen
  • Sram afgemonteerd (enige nadeel, moeilijker te krijgen in de rimboe dan Shimano)
  • Velgremmen. Simpel, makkelijk te repareren en geen hydraulisch gedoe. 
Hij is nu nog wel erg "offroad" maar met een achterdrager, tassen, ander stuur, andere banden en ander zadel zal 'ie er al een stuk fietsvriendelijker uitzien. Voor de niet-nerds gewoon een plaatje. 


Zojuist heb ik eindelijk een vliegticket geboekt. Begin maart vlieg ik van Schiphol naar Singapore, begin juli vlieg ik vanaf Bangkok weer terug. Dat brengt mij op de fiets -onder voorbehoud- van Singapore door Maleisië en Thailand naar Cambodja, Laos en weer terug naar Thailand. 

Het lijkt zo makkelijk

Je koopt een fiets, boekt een ticket, stouwt je fietstassen vol
en daar ga je. Tenminste, het leek zo makkelijk toen ik het plan
opvatte om ruim vier maanden te gaan fietsen.

Zo makkelijk bleek het niet, en het moeilijkste - het fietsen zelf -
moet nog komen.

Ten eerste, waar ga je heen? Waar kun je als beginnende,
vrouwelijke solo-fietser een beetje fatsoenlijk fietsen vanaf maart?
Het mag niet te koud zijn, niet te duur, niet te eenzaam, niet te
onherbergzaam. Dat wordt dus Zuidoost-Azië. Mooie natuur,
vriendelijke mensen, afwisselend terrein, relatief veilig, goedkoop,
en warm. Heel erg warm.

Vervolgens de fiets. Voor pakweg vijfduizend kilometer slalommen
tussen de potholes, gravelwegen, dirt-tracks en erger heb je een
beetje stevige fiets nodig, zonder toeters en bellen (hoewel die
toeter niet zo'n slecht idee is) die ter plekke ook nog een beetje
makkelijk gerepareerd moet kunnen worden. Mijn budget is wederom
beperkt, dus ik ben nu druk op zoek naar een oude mountainbike
zonder funky hydraulisch spul en waar een achterdrager op
gemonteerd kan worden. Vanavond ga ik kijken naar een leuk
tweedehandsje - ik hou jullie op de hoogte.

Dan nog een ticket, een paar stevige fietstassen, goede kaarten,
wat eelt op m'n achterwerk en gaan. Toch?

Deze blog is één van de stappen in de voorbereiding op mijn fietsplan.
Kan ik alvast even oefenen, voordat ik in een dubieus Cambodjaans
internetcafé nog moet gaan uitzoeken waar alle knoppen zitten.
Bij deze dus.